Tibbe, beginnend journalist bij de Killendoornse Courant, staat op het punt om ontslagen te worden. Eigenlijk is hij te verlegen om en goede journalist te zijn, maar de hoofdredactrice geeft hem nog een kans. Terwijl Tibbe tobt waar hij een goed verhaal over kan schrijven, ontmoet hij de merkwaardige juffrouw Minoes. Zij is, naar zeggen, vroeger een kat geweest, en ze gedraagt zich inderdaad nogal katachtig: ze spint, ze geeft kopjes, ze slaapt bij voorkeur opgerold in een doos en kan met katten communiceren.